Duurzame uitdagingen in houtbouw

De voormalige V&D in Roosendaal, een bestaand winkelcentrum, wordt getransformeerd tot woonruimte met appartementencomplexen. Het project bevindt zich nu in de ontwerpfase. Waar de traditionele bouw in beton gebeurt, wordt hier op grote schaal hout gebruikt. Kruislaaghout in het bijzonder, dat CO2-negatief is. Theo Versluis en Patrick Steenbergen-Schäffer van KVMC adviseren in dit project. In hout bouwen betekent ook buiten de gebaande paden denken: iedere discipline brengt oplossingen met zich mee die voor anderen een uitdaging zijn. Door de integrale aanpak van Theo en Patrick zijn ze die uitdagingen al in een vroeg stadium de baas. Zodat er een gebouw ontstaat dat toekomstbestendig is, op weg naar energieneutraal in 2050.

Patrick: “Traditioneel bouwen we in beton, in dit project maken we een groot gedeelte in hout.”

Theo: “Houtbouw is heel duurzaam en CO2-negatief. We hebben het allemaal over de energietransitie en het gebruik van minder fossiele brandstoffen. Bij het bouwen en transporteren van beton komt veel CO2 vrij. Als je in hout bouwt, is de CO2 juist opgeslagen in de boom en daar maak je een gebouw van. Dat is CO2-negatief, iets waar we met z’n allen naar toe moeten.”

Patrick: “Beton groeit nergens terug. Als je hout gebruikt, groeit het ergens weer terug. Er is zoveel beschikbaar. Maar het zorgt wel voor een uitdaging in bouwfysica, brandveiligheid én installatietechniek. Beton kan grote overspanningen maken, van bouwmuur naar bouwmuur. Hout kan niet zo ver, waardoor je kleinere overspanningen hebt en de architect en constructeur een uitdaging hebben om daar goede woningplattegronden van te maken. Als je een grotere overspanning wilt, wordt je vloer alleen maar dikker. Bij reguliere appartementen ben je onder de betonvloer vrij je woning in te delen. Maar met hout moet je ergens een constructieve eigenschap maken die ertussen staat, met een kolom of een balk. Dat zorgt voor een belemmering. Daarom geven we al in een vroeg stadium aan wat we nodig hebben qua ruimte, zodat de architect daar rekening mee kan houden.

Iedereen weet: als we bouwen in beton maken we een betonnen scheidingswand. Constructief is het optimaal, ook voor geluid en brand. Daar hoef je bijna niet meer over na te denken. Maar nu maken we een houten scheidingswand, hoe gaan we dat oplossen? Hoe regelen we dat de geluidisolatie goed is maar het nog wel voldoende draagkracht heeft? En hoe zorgen we dat het überhaupt niet in brand vliegt? Dat betekent ook veel sparren met verschillende partijen. Er gaat meer tijd zitten in het schetsontwerp en voorlopig ontwerp.”

Theo: “Als je in beton bouwt, heeft iedereen aan een half woord genoeg. Bouwen in hout is anders. Gelukkig hebben we in hout al eerder projecten gedaan en nemen we onze ervaring mee.”

Patrick: “Over iedere bouwknoop moet je nadenken: wat komt er bij elkaar, hoe voldoet het aan de eisen voor de architect, de constructeur en voor KVMC. Dat maakt het ook heel leuk en uitdagend. Over een aantal jaar doen we niet anders meer. Je ziet het steeds meer, maar nog niet op deze schaal.”

Patrick Steenbergen-Schäffer

“In hout bouwen zie je steeds meer, maar nog niet op deze schaal”

Theo: “Je hebt ook minder mensen in de bouw nodig. Een groot voordeel, omdat er weinig mensen zijn op de arbeidsmarkt.”

Patrick: “Ook over kleine dingen moet je nadenken voordat je gaat bouwen. De voorbereidingstijd is langer, maar het bouwen is sneller klaar.”

Theo: “Voor deze locatie was het plan een warmtekoudeopslag (WKO) te gebruiken. Maar van de provincie Brabant mogen we nog maar heel beperkt boren. Hoe kun je zo’n gebouw dan wél verwarmen? Samen met de collega’s van bouwfysica hebben we verschillende varianten berekend. Een hybride installatie blijkt het meest optimaal. We zetten het beperkt beschikbare WKO-vermogen optimaal in voor de verwarming en (bijna CO2-vrije) koeling van het gebouw. De lucht/water-warmtepomp op het dak van de betonnen kern vangt het tekort op.”

Patrick: “Voor brandveiligheid liggen er andere uitdagingen. In principe is traditionele bouw ‘onbrandbaar’. En nu gaan we ervan uit dat de constructie van het gebouw wel van brandbaar materiaal wordt gemaakt. Hout is brandbaar maar zorgt tegelijkertijd voor goede bescherming tegen brand. Door te verkolen beschermt het zichzelf. Daar moet je wel rekening mee houden in de constructie. De wens van de opdrachtgever en architect is om veel hout in het zicht te houden. Samen met de constructeur bepalen we welke delen dat zijn. Overige onderdelen worden beschermd tegen brand door bijvoorbeeld gipsplaten. Die ook weer zorgen voor een betere geluidwering.

Elke discipline heeft oplossingen die voor anderen een uitdaging zijn. We nemen alle aspecten in ogenschouw, niet alleen brandveiligheid, ook geluid. De constructie is een stuk lichter dan beton. De kans bestaat dat er geluid door de constructie heengaat en je elkaar kunt horen. Om aan bepaalde eisen te voldoen, gaan we nu uit van spouwconstructies, twee wanden die los van elkaar staan. Waar dat voor de geluidisolatie goed is, moet voor de constructie de stabiliteit juist uit de wanden komen. Dan moet je verbindingen maken. Dat kost tijd.”

Theo Versluis

Ons doel is met minder installatietechniek een goed comfort te bieden

Theo: “Bij KVMC werken we integraal. Dat betekent dat we met de verschillende teams werken in hetzelfde softwaremodel. Je voert het gebouw één keer in en alle berekeningen rollen eruit. Als er iets aan het gebouw wijzigt, zie je met behulp van simulaties de consequenties.”

Patrick: “Die berekeningen zitten op het snijvlak van onze beide disciplines en heeft met zowel installatietechniek als met bouwkunde te maken.”

Theo: “We gaan proberen een groot deel van de installaties in de badkamer en berging te plaatsen, zoals in een hotelkamer. Dan kun je denken aan een verlaagd plafond. Ook kijken we naar prefab badkamers en pcm’s, de zogeheten phase-change materials in vloerverwarming. Het gebouw gedraagt zich dan alsof het van beton is. Ons doel is met minder installatietechniek een goed comfort te bieden.”

Patrick: “Die pcm’s zijn materialen die rond kamertemperatuur van bevriezen naar vloeibaar gaan. Daar kun je veel energie in opslaan. Dat gebeurt passief, er zit geen techniek achter zoals een warmtepomp die aan staat.”

Theo: “Deze optie zijn we aan het onderzoeken, tot nu toe is iedereen enthousiast. Waar nu alles nog ‘bijna energieneutraal’ (BENG) moet zijn, moet in 2050 alles energieneutraal (ENG) zijn. Daarom moet je het zo bouwen dat je het ook volledig energieneutraal kunt maken.”

Patrick: “Daarbij komt dat de houtverbindingen losmaakbaar zijn. Zoals de platen van een droge dekvloer, die kun je theoretisch weer loshalen.”

Theo: “En het gaat sneller. Je hoeft de vloer niet te gieten en daarna te drogen. Je legt de platen neer en het is klaar.”

Patrick: “Dat zijn vrij nieuwe dingen. De opdrachtgever heeft daar een heel hoge ambitie in. Het mooie van ons vak is om te kijken hoe je aan die wens kunt voldoen binnen het gestelde budget.”

Theo: “En buiten de gebaande paden durf te gaan.”

 

Locatie: Roosendaal
Opdrachtgever: Achmea Real Estate
Ontwikkelend aannemer: Van Omme & De Groot
Ontwerp: Common Affairs
Bouwteampartner houtbouw: CLT-s
Constructeur: Sweco

Onze blogs